Wetenschappelijke integriteit
Onderzoekers verleggen elke dag de grenzen van onze kennis. Om te garanderen dat hun onderzoek betrouwbare kennis oplevert en dat op een verifieerbare manier gebeurt, hanteren ze (doorgaans) hoge standaarden van wetenschappelijke integriteit. Met de toename van de schaal van wetenschappelijk onderzoek is ook de verspreiding van inbreuken op wetenschappelijke integriteit toegenomen. Af en toe duiken flagrante gevallen op in de media.
De literatuur onderscheidt enerzijds falsificatie, fabricatie en plagiaat (FFP, de "grote drie" van wetenschapsfraude) en anderzijds bedenkelijke onderzoekspraktijken (questionable research practices of QRP) zoals ongepaste onderzoeks- en data-analysemethoden, zwak datamanagement, gegevens achterhouden, onverdiend auteurschap opnemen, verdiend auteurschap ontzeggen, ongepaste begeleiding, achterhouden van conflict of interest, misbruik in proces van peer review ...
Een toegankelijke introductie tot wetenschappelijke integriteit is de brochure Seven reasons to care about integrity in research (2015) van Science Europe.
Codes en richtlijnen
Om de standaarden inzake wetenschappelijke integriteit duidelijk af te spreken, werden wereldwijd talloze Codes of conduct en andere richtlijnen voor onderzoekers opgesteld. Sommige documenten definiëren wetenschapsfraude en ander wetenschappelijke wangedrag, andere zetten de principes van wetenschappelijk integer gedrag uit. De voornaamste in Vlaanderen gebruikte codes zijn:
- De European Code of Conduct for Research Integrity (2017), wellicht de meest gebruikte code in Europa, een revisie van de ALLEA-ESF-code van 2011. Sinds 2018 vertaald in het Nederlands: Europese gedragscode voor wetenschappelijke integriteit.
- De Ethische code van het wetenschappelijk onderzoek in België (2009) werd opgesteld door de Koninklijke Academiën van België en uitgegeven door Belspo (POD federaal wetenschapsbeleid). Deze beknopte code stelt zes principes voor als pijlers van wetenschappelijk integer gedrag: zorgvuldigheid, voorzichtigheid, betrouwbaarheid, verifieerbaarheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
- De Singapore Statement on Research Integrity (2010) is een samenvatting van wereldwijd overeengekomen principes op één pagina. Het werd geformuleerd op de tweede World Conference on Research Integrity.
De Montreal Statement (2013) van derde wereldconferentie is een aanvulling erop, met specifieke aanbevelingen in verband met grensoverschrijdende wetenschappelijke samenwerking. - De Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit (2018) vestigt de normen voor goede wetenschapsbeoefening in Nederland. Ze is erkend door alle universiteiten, universitaire medische centra, hogescholen ... en dient als kaderdocument bij het onderzoek naar mogelijke inbreuken in Nederland.
- Sommige onderzoeksinstellingen in Vlaanderen hebben een eigen code of conduct, zoals het VIB. Overzicht van onderzoeksinstellingen.
Beleidsrapporten
Voor een goed werkend onderzoekssysteem is een kader vereist voor (i) het detecteren, onderzoeken en bestraffen van inbreuken op wetenschappelijke integriteit en (ii) het stimuleren van een cultuur van wetenschappelijk verantwoord gedrag. Dit geldt voor (a) individuele onderzoeksinstellingen zoals universiteiten, (b) onderzoeksfinancierende organisaties zoals FWO en (c) landen of regio's met autonomie op vlak van onderzoeksbeleid. De aanpakken verschillen markant tussen diverse landen. Internationale instanties (academies voor wetenschappen, onderzoeksfondsen, de Europese Commissie) hebben rapporten uitgebracht met adviezen over het opzetten van een goed beleid voor wetenschappelijke integriteit.
- Het Europese handvest voor onderzoekers en Gedragscode voor de rekrutering van onderzoekers (2005) van de Europese Commissie, met richtlijnen voor onderzoekers, werkgevers en financiers.
- Investigating Research Misconduct Allegations in International Collaborative Research Projects - a practical guide (2009) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO/OECD)
- Van het rapport Fostering Research Integrity in Europe (2011) van de European Science Foundation (ESF) zijn een full report en executive report beschikbaar. Het werd samen met de Code of Conduct van ALLEA en ESF gepubliceerd en diept de normen en goede praktijken nog verder uit. Het vermeldt de actoren die het best geplaatst zijn om toe te zien op de naleving ervan: (i) de wetenschappelijke academiën, (ii) de universiteiten en andere onderzoekscentra, (iii) de onderzoeksfondsen en (iv) de wetenschappelijke pers. Het rapport adviseert om een combinatie te hanteren van zelfregulering en toezicht op een hoger niveau: het beveelt uitdrukkelijk de installatie van een institutioneel kader voor dit toezicht aan. Daarbij moeten het mandaat van de toezichthouder, de procedures en de rol van elke betrokken actor duidelijk afgelijnd zijn. Op basis van deze advisering werd de VCWI opgericht.
- De Scientific Misconduct Strategy (2012) van de European Research Council (ERC).
- De Council conclusions over wetenschappelijke integriteit van de Europese Raad (2015), onder Luxemburgs voorzitterschap van Europa, vestigen de aandacht in alle lidstaten op het belang van wetenschappelijke integriteit.
- De Briefing paper "Research integrity: What it means, why it is important and how we might protect it" (2015) van Science Europe werd gelijktijdig met de raadsconclusies gepubliceerd.
- Het beleidsrapport Responsible Conduct in the Global Research Enterprise (2012) van de InterAcademy Council, die wetenschappelijke academies wereldwijd verenigt.
Trainingsmateriaal
De VCWI ontwikkelt of verspreidt zelf geen educatief materiaal voor onderwijs op vlak van wetenschappelijke integriteit, maar linkt daarvoor naar de volgende uitstekende bronnen:
- De Erasmus Universiteit Rotterdam heeft het dilemmaspel Professionalism and integrity in research ontwikkeld, met situaties die uitnodigen te discussiëren over wat te doen. Een hard-copy-versie (met kaarten) is verkrijgbaar en het spel staat ook helemaal online. Dilemmaspel (NL) | Dilemma game (EN)
- De sectie "teaching materials" van de library van het Netherlands Research Integrity Network bevat talrijke links naar online cursussen, video's en ook zelf ontwikkelde casuïstiek. NRIN Research Integrity teaching materials library
- De Research Ethics Library van de Norwegian national research ethics committees is een uitgebreide onderwijstool voor uiteenlopende kwesties van ethiek en integriteit in wetenschappelijk onderzoek. Etikkom Research Ethics Library
ENRIO en andere internationale organisaties
Het European Network of Research Integrity Offices (ENRIO) is een informeel netwerk van vertegenwoordigers van nationale organen voor wetenschappelijke integriteit in Europese landen (en op onderzoeksvlak zelfstandige regio's, zoals Vlaanderen). Het werd opgericht in 2007 en telt leden uit 20 Europese landen. ENRIO beoogt om overleg over wetenschappelijke deontologie op gang te brengen en aanpakken uit te wisselen met betrekking tot het onderzoek van vermeende inbreuken én de opleiding van onderzoekers om inbreuken te vermijden. Via deze Europese samenwerkingen kunnen vertegenwoordigers van landen zonder nationaal orgaan voor wetenschappelijke integriteit geadviseerd worden in het licht van een eventuele oprichting van dergelijke structuur. Daartoe houdt ENRIO twee keer per jaar een (besloten) vergadering om ervaringen en expertise uit te wisselen.
De voorzitter en secretaris van de VCWI maken deel uit van ENRIO. Voor zover relevant koppelen zij aan de Vlaamse onderzoeksinstellingen terug over ontwikkelingen binnen ENRIO.
Het Committee on Publication Ethics (COPE) is een wereldforum voor alle wetenschappelijke domeinen voor publicatie-ethiek. Het werd opgericht in 1997 in het Verenigd Koninkrijk en telt nu meer dan 7000 leden van over heel de wereld. Het groepeert iedereen die betrokken is bij de uitgave van wetenschappelijke tijdschriften. De grote uitgeverijen Elsevier, Wiley–Blackwell, Springer, Taylor & Francis, Palgrave Macmillan and Wolters Kluwer zijn met een aantal van hun tijdschriften in COPE vertegenwoordigd. COPE levert advies over alle aspecten van ethiek in verband met publicaties en hoe gevallen van inbreuken op wetenschappelijke integriteit in dat verband aan te pakken. Leden van COPE worden geacht de Code of Conduct (for Journal Editors, for Journal Publishers) te volgen.
>> Website COPE | Code of conduct
Om de twee jaar gaat een World Conference on Research Integrity (WCRI) door. Deze werden gehouden in Lissabon (2007), Singapore (2010), Montreal (2013), Rio de Janeiro (2015), Amsterdam (2017) en Hong Kong (2019). Sommige conferenties hadden een statement als output (zie eerder).
>> Portaalsite ResearchIntegrity.org met links naar de conferentiesites
>> Videos keynote lectures World Conference on Research Integrity Amsterdam 2017
De koepelvereniging van ALL European Academies (ALLEA), die achter de voornoemde Code of Conduct for Research Integrity zit, heeft een Permanent Working group on Science and Ethics, samengesteld uit leden van Europese Academies. In het najaar van 2017 buigt een vijfkoppige subwerkgroep van de Permanent Working group on Science and Ethics zich over het updaten van dit belangrijk document na een omvangrijke stakeholdersbevraging. Prof. Els Van Damme (lid KVAB, lid VCWI) maakt deel uit van deze vijfkoppige subwerkgroep.
>> Website ALLEA | Permanent Working group on Science and Ethics | The European Code of Conduct for Research Integrity (ALLEA, ESF)
Het Landelijk Orgaan voor Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) is het analogon van de VCWI in Nederland. Het LOWI publiceert haar tweede adviezen (geanonimiseerd) online.
>> Website LOWI
Het Netherlands Research Integrity Network (NRIN) organiseert ontmoetingsmomenten, conferenties, publieke debatten en andere events rond wetenschappelijke integriteit in Nederland. De online library van NRIN toont een grote verzameling bronnen over wetenschappelijke integriteit (in het Engels), zoals codes en opleidingsmateriaal. Hun nieuwsbrief verzamelt informatie over events, relevante ontwikkelingen en recente publicaties over wetenschappelijke integriteit. Deze Nederlandse organisatie opereert los van het LOWI. De medewerker van NRIN is ook lid van ENRIO.